Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik zal een eeuwig verbond met hen [68]maken, dat Ik [69]van achter hen niet zal afkeren, opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij niet van Mij afwijken. 68. Gelijk boven hfdst.31 vs.31, enz. 69. Dat is, dat Ik hen nimmermeer zal verlaten, maar zal geduriglijk bij hen wonen en hen volgen met mijne weldadigheid; zie boven hfdst.31 vs.33, en vergelijk wijders Rom.8:30; 1 Petr.1:5,9; 1 Joh.2:19,20,27, en 1 Joh.3:9, en 1 Joh.5:18.